Ik zou zo graag op reis gaan,
ik zou zo graag ver weg,
waar de zon altijd schijnt en iedereen lacht,
terwijl moeder thuis op me wacht.
Ik zou zo graag op reis gaan,
ik zou zo graag ver weg,
waar de mensen mij niet kunnen verstaan,
dat lijkt mij spannend naar zo’n land toe gaan.
Wind neem me mee, dan zijn we er zo,
dan gaan we vast vooruit.
Ik sta soms in de tuin te wachten op de wind,
soms fluistert de wind: Je bent wel licht mijn kind
maar waarheen wil jij zo alleen, nee blijf maar daar
je bent toch iets te zwaar.
Ach wind neem me mee dan zijn we er zo.
Kom op wind, neem me mee.
ÒKom op dan, kom maar mee omhoog ja,
kom maar mee omhoog.
Fufuu, wat is dat?
Fufuu, dat is mijn moeder.
Fufuu, o, dan moet je terug.
Kom maar dan gaan we vlug.
Zo
Dank je wel wind.
Niks te danken mijn kind.
Bronvermelding
Tekst en muziek: Borsten en De Graaf
Uitgebracht op: Trapperdetrap 2