Als de winter vlucht voor de lentelucht
En de zon het nieuwe leven wekt
Als een bloesemkroon met haar tederschoon
In de hof die naakte twijgen dekt
Dan zingt al wat leeft en zingen kan verblijdt
Wees gegroet volschone lentetijd
Wees gegroet, wees gegroet
Wees gegroet volschone lentetijd
Ja ons harte gloeit nu ’t viooltje bloeit
Nu ons ’t madeliefje tegenlacht
En met blijden klank brengen w’onze dank
Voor de zonneglans, der bloemenpracht
Zo weerklinkt ons vrolijk lied dan wijd en zijd
‘k Heb u lief, o schone lentetijd
‘k Heb u lief, ‘k heb u lief
‘k Heb u lief, o schone lentetijd
Bronvermelding
Tekst en muziek: —
Uitgebracht op: —