M’n broer stapt zo de achtbaan in
Die ziet dus geen gevaar
Zeg ik: ‘Dat overleef je niet’
Zegt hij: ‘Doe niet zo raar’
Hij schaatste pas nog op een sloot
Na één nacht lichte vorst
Zei ik: ‘Daar ga je dwars doorheen’
Zong hij uit volle borst:
Wat je niet ziet, bestaat niet
Wat je niet ziet, ontgaat je helemaal
Wat je niet ziet, bestaat niet
Dus iemand met een mooie pruik
Is helemaal niet kaal
M’n zus denkt dat de bom straks valt
Ze ziet geen toekomst meer
Zeg ik: ‘Die lui zijn heus niet gek’
Zegt zij: ‘Da’s teveel eer’
Ze wilde ook vermageren
Ze vond zichzelf te rond
Zei ik: ‘Dan eet ík wel voor twee’
En zong met volle mond:
Wat je niet ziet, bestaat niet
Wat je niet ziet, ontgaat je helemaal
Wat je niet ziet, bestaat niet
Dus iemand met een mooie pruik
Is helemaal niet kaal
Een onderzeeër is een boot
Maar je ziet ‘m niet
Onder het ijs zit vaak een sloot
Maar je ziet ‘m niet
Onder je kleren ben je bloot
Maar je ziet het niet
Of draag je soms de kleren van de keizer
Wat je niet ziet, bestaat niet
Wat je niet ziet, ontgaat je helemaal
Wat je niet ziet, bestaat niet
Dus iemand met een mooie pruik
Is helemaal niet kaal
Wat je niet ziet, bestaat niet
Wat je niet ziet, ontgaat je helemaal
Wat je niet ziet, bestaat niet
Dus iemand met een mooie pruik
Is helemaal niet kaal
Wat je niet ziet, bestaat niet
Wat je niet ziet, ontgaat je helemaal
Bronvermelding
Tekst en muziek: Henk Temming, Henk Westbroek
Uitgebracht op: Kinderen voor Kinderen 8
Bron: KvK.vara.nl