Waar in het bronsgroen eikenhout het nachtegaaltje zingt
Over het malse korenveld, het lied des leeuweriks klinkt
Waar de hoorn des herders schalt, langs des beekjes boord
Refrein
Daar is mijn vaderland
Limburgs dierbaar oord
Waar de brede stroom der Maas, statig zeewaarts vloeit
Weeldrig sappig veldgewas, kostelijk groeit en bloeit
Bloemengaard en beemd en bos, overheerlijk gloort
Refrein
Waar der vaadren schone taal, klinkt met heldre kracht
Waar men kloek en fier van aard, vreemde praal veracht
Eigen zeden, eigen schoon, het hart des volks behoort
Refrein
Waar aan het oud Oranjehuis, het volk blijft hou en trouw
Met ons roemrijk Nederland, één in vreugd en trouw
Trouw aan plicht en trouw aan God, heerst van Zuid tot Noord
Refrein
Bronvermelding
Tekst en muziek: —
Uitgebracht op: Limburgs volkslied