Vuur en vlam (Kinderen voor Kinderen)
Meiden vind ik slap
Ze kunnen nergens tegen
Na school een grote mon
Maar voor gedrag een negen
Jongens doen zo stoer
Maar durven niet te swingen
Bang om af te gaan
Ze willen altijd winnen
Ach, meiden; dat is toch niks gedaan
Jongens, wat heb je dáár nou aan!
Maar sinds ik jou voor het eerst
Op het schoolplein zag
Ben ik nergens meer zeker van
Mijn moeder zegt: wat is er toch?
Nee, niets – niet iets
Waar ik met iemand over praten kan
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Meiden zijn vaak knap
Vervelend en zo kattig
Ze klitten bij elkaar
En vinden alles schattig
Jongens doen zo leuk
Ach, het zijn toch stumpers
En als je borsten hebt
Dan noemen ze die bumpers
Nee, jongens; dat is toch niks gedaan
Meiden, wat heb je dáár nou aan!
Maar sinds ik jou voor het eerst
Op het schoolplein zag
Ben ik nergens meer zeker van
Mijn vader zegt: wat ben je stil!
’t Is niets – niet iets
Waar ik met iemand over praten kan
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Jongens moeten steeds zo nodig stompen
Of ze trekken keihard aan je haar
Speel je softbal, nou dan voel je op je klompen
Dat je verliest doordat een meisje
Op het laatste honk er bijstaat als een zoutpilaar
Oh, ja
Ach, meiden; dat is toch niks gedaan
Jongens, wat heb je dáár nou aan!
Maar sinds ik jou voor het eerst
Op het schoolplein zag
Ben ik nergens meer zeker van
De juffrouw zegt: wat is er toch?
Nee, niets – niet iets
Waar ik met iemand over praten kan
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Bronvermelding
Tekst en muziek: Rob Chrispijn en George Kooymans
Uitgebracht op: Kinderen voor Kinderen 13
Bron: KvK.vara.nl