Vanuit een luchtballon zijn zelfs de grootste mensen klein
Je ziet een stipje lopen en je denkt: wie zou dat zijn?
Misschien is het een zwerver of een statige meneer
Het stipje slaat de hoek om en verdwijnt in het verkeer
Vanuit de lucht gezien is niemand wit of bruin of geel
Je ziet alleen maar stipjes en het zijn er reuze veel
En zo blijf je fantaseren vanuit je luchtballon
Is het stipje nu de tuinman of de deftige baron?
Vanuit een luchtballon bestaat geen vreugde of verdriet
Je ziet de stipjes lopen maar hun tranen zie je niet
Hoe goed je ook blijft kijken, alle stipjes zijn gelijk
Vanuit de lucht bekeken is niemand arm of rijk
Daarom kun je heel je leven
Maar het beste blijven zweven
Je kunt uren blijven dromen
Als je vliegt over de bomen
Als je wolken aan kunt raken
Valt geen onderscheid te maken
Met een glimlach op je lippen
Denk je: mensen zijn maar stippen
Vanuit een luchtballon is niemand lelijk meer of knap
En niemand dik of dun of lang of kort dat is de grap
Vanuit de lucht bekijk je alles door een mooie bril
Zodra je weer geland bent, ja dan zie je het verschil
De wereld wordt steeds mooier hoe hoger je gaat
Toch kun je veel meer doen wanneer je op je benen staat
Al is het uitzicht prachtig en is vliegen reuze fijn
Dat elke stip gelijk is ja dat is helaas maar schijn
Daarom kun je heel je leven
Maar het beste blijven zweven
Je kunt uren blijven dromen
Als je vliegt over de bomen
En je kijkt over het randje
En je zwaait naar ieder landje
Met een glimlach op je lippen
Denk je: mensen zijn maar stippen
Bronvermelding
Tekst en muziek: Hans Jansen, Han Koreneef
Uitgebracht op: Kinderen voor Kinderen 12
Bron: KvK.vara.nl