Refrein
Er was eens een piratenschip in 1804
Dat voer de oceanen rond
Van hier naar daar naar hier
De wind floot in de zeilen
En de boeg schoot door het schuim
Toen riep opeens de bootsman
Er staat water in het ruim
De ruimen staan vol water
En dat water komt omhoog
We houden het
We houden het
We houden het niet droog
Refrein
Kapitein, we gaan naar de haaien
Kapitein, Kapitein
Kom toch gauw
Kapitein, we gaan naar de haaien
En die haaien lusten je rauw
Kapitein, we gaan naar de haaien
Kapitein, Kapitein
Wat een strop
Van je één, twee, drie
Hopla daar ga je
En die haaien die vreten je op
Mijn hemel
Riep de Kapitein
Met een verschrikt gezicht
En ook zijn papegaai riep
Wat een vreselijk bericht
De kok zei: op de boten van De Ruyter en van Tromp
Daar pakte het matrozenvolk in zo’n geval een pomp
Uitstekend
Zei de Kapitein
Dat lijkt me ideaal
Ze pompten en ze pompten
En ze zongen allemaal
Refrein
Het pompen hielp totaal niet
Ook al pompten ze maar door
Toen riep de Kapitein
Ik heb een hele grote boor
Wanneer ik met die boor nu eens een gat maak in de schuit
Dan loopt dat zoute water er vanzelf waarschijnlijk uit
Maar toen de kapitein een keurig gaatje had geboord
Toen werd er van het trotse scheepje nooit meer iets gehoord
Refrein
Bronvermelding
Tekst en muziek: Ivo de Wijs en Johan Vanden Eede
Uitgebracht op: Piet Piraat en de Betoverde Kroon