Neem allemaal je dierenboek
op bladzij eenentachtig
Daar staat een eigenaardig beest
Bekijk het eens aandachtig
De sloddervos vertoeft het liefst
op rommelige plekken
met flink veel troep en overal
zijn spullen vol met vlekken
Zijn hol ruikt muf, wordt nooit verlucht
ligt vol met etensrestjes
De vloer is onbewandelbaar
bezaaid met lege flesjes
Zijn kleren liggen wijd verspreid
Hij moet ze altijd zoeken
Haast elke morgen wederom
begint hij luid te vloeken
Dan roept hij keihard naar zijn ma
‘Waar zijn mijn blauwe sokken’
Het moederdier komt aangerend
en kijkt dan licht geschrokken
in ’t hol van deze sloddervos
Daar staat hij in zijn blootje
Zij schreeuwt dan licht geirriteerd:
‘Je nest is weer een zootje’
De maaltijd van de sloddervos
bestaat uit rare zaken
Gezonde groenten, vis of fruit,
dat kan hem zelden smaken
Hij eet het liefst gezouten chips
en bergen chocolade
vindt frietjes met veel mayonaise
ook beter dan salade
De plaats waar hij het liefste eet
is niet normaal aan tafel
maar in de zetel voor tv
De kruimels van zijn wafel
die gooit hij netjes op de grond
alsook papieren zakjes
een afgekloven klokhuis soms
en lege plastic bakjes
Daarbij is hij ontzettend lui
blijft soms tot ’s middags slapen
Zelfs vader denkt heel verontrust:
‘Wie heeft dat beest geschapen’
Nee, sloddervossen zijn niet leuk
doen weinig aan beweging
De meesten doen zelfs niks aan sport
zijn slecht voor hun omgeving
Hun territorium vervuilt
Ze liegen en ze moorden
hun eigen soortgenoten uit
gebruiken vieze woorden
Tot hier de les biologie:
‘Het sloddervossenleven’
Welk dier wordt in ons boek dan nog
zoal dit jaar beschreven
De pechvogel, de boekenwurm
de brombeer en de bakvis
De geldwolf en de luistervink
die zien we dan na Kerstmis
Bronvermelding
Tekst en muziek: Karin Jacobs en Jelle Cleymans
Uitgebracht op: Als ik een goochelaar zijn hoed zie, is ’t konijn meestal Foetsie!