Langs berg en dal,
Klinkt hoorngeschal,
Met volle zuiv’re toon.
Met volle zuiv’re toon.
En fors en stout
Weerklinkt door ’t woud
Die galm zo schoon, zo schoon.
Die galm zo schoon, zo schoon.
’t Geeft schone kleur
En frisser geur
Aan alles wat me omringt.
Aan alles wat me omringt.
En ’t beekje spat zijn paarlend nat,
Alsof ’t een liedje zingt.
Alsof ’t een liedje zingt
Genot en rust
En levenslust
Daalt bij die melodij
Daalt bij die melodij
Verdriet en smart
Wijkt uit het hart
En vlucht en vlucht van mij
En vlucht en vlucht van mij
Bronvermelding
Tekst en muziek: —
Uitgebracht op: —