Onder de groene hemel, in de blauwe zon
Speelt het blikken harmonie-orkest in een grote regenton
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
De lange stoet de bergen in, van ’t circus Jeroen Bosch
En we praten en we zingen en we lachen allemaal
Want daar achter de hoge bergen ligt het land van Maas en Waal
Ik loop gearmd met een kater voorop
Daarachter twee konijnen met een trechter op hun kop
En dan de grote snoeshaan, die legt een glazen ei
Wanneer je ’t schudt dan sneeuwt ’t op de Egmondse Abdij
Ik reik een meisje mijn koperen hand
Dan komen er twee Moren met hun slepen in de hand
Dan blaast er de fanfare, ter ere van de schaar
Die trouwt met de vingerhoed, ze houden van elkaar
En onder de purp’ren hemel, in de bruine zon
Speelt nog steeds…
We zijn aan de koning van Spanje ontsnapt
Die had ons in zijn bed en de provisiekast betrapt
We staken alle kerken met brandewijn in brand
’t Is koudvuur dus ’t geeft niet en ’t komt niet in de krant
Het leed is geleden, de horizon schijnt
Wanneer de doden dronken zijn en Pierlala verdwijnt
Dan steken we de loftrompet en ook de dikke draak
En eten ’s avonds zandgebak op ’t feestje van Klaas Vaak
En onder de gouden hemel, in de zilv’ren zon
Speelt altijd het…
Want daar achter de hoge bergen ligt het land van Maas en Waal
Van Maas en Waal, van Maas en Waal, van Maas en Waal
Bronvermelding
Tekst en muziek: Boudewijn de Groot
Uitgebracht op: —