Ik ben zo’n kind, dat nooit iets durft
‘k Ben wat je noemt ‘een stille’
Dat nooit ‘ns vecht, niet duikt, niet surft
Maar ’t best ‘ns graag zou willen
En ied’re avond in m’n bed droom ik mezelf tot held
Maar van dat tweede leven heb ik nooit een mens verteld…
Daarin loop ik op hoge hakken
Duik ik van de hoge wip
Heb ik de leukste knul te pakken
Groene lipstick op m’n lip
Daarin spijbel ik voor proefwerk
Zeg gewoon, dat ik verhuis
Daarin ga ik naar een disco
En kom ’s nachts om twee uur thuis
Maar hoe ‘k mezelf ook overtref
Het blijven toch maar dromen
Het helpt niet veel, want ik besef
Het zal er nooit van komen
Maar wat ik in m’n dromen wil beleven staat me vrij
Daar komt geen mens meer tussen, dat is helemaal van mij…
Daar draait ze radslag bij de gym
En gaat in winkels voor haar beurt
Is ze een kei in boompje klimmen
D’r is geen feestje of ze flirt
Ga ‘k op punk en lach brutaal
Als moeder zegt: ‘Je loopt voor schut’
Zeg ik ‘zak’ tegen de meester
En m’n zus noem ik een trut
Maar ‘k heb toch soms ook het idee
Het zou niet bij me horen
Want doe ‘k ‘ns met de and’ren mee
Voel ik me zo verloren
En stap ik in m’n bed begint de twijfel toe te slaan
Maar ‘k laat me in m’n dromen
heel voorzichtig toch weer gaan
Staat in het speelkwartier te roken
Drinkt op ’t klassenfeestje wijn
Maar door haar hoofd blijft het toch spoken
‘Nee, dit kan niks voor me zijn’
En ik heb gelukkig lef genoeg
Dat ik mezelf beken:
Ik ben dik en dik tevreden
Dat ik ben zoals ik ben
Dat ik ben zoals ik ben
Bronvermelding
Tekst en muziek: Flip Peters
Uitgebracht op: Kinderen voor Kinderen 8
Bron: KvK.vara.nl