Hoog op de gele wagen
Hoog op de gele wagen rijd ik door berg en dal
Lustig de kleppers draven
Blij klinkt het hoorngeschal
Water en wouden en weiden
Stromen zo machtig en vrij
Ik kan van uw schoon haast niet scheiden
Maar ’t gaat voorbij, voorbij
Ik kan van uw schoon haast niet scheiden
Maar ’t gaat voorbij, voorbij
Bassen, violen en fluiten
Zingen door dorpen blond.
Vrolijke frisse kornuiten springe’om
De linde in ’t rond
Mee danst het blas in de winden
Zwierend en zwaaiend joechhei!
Hoe graag bleef ik daar bij de linde
Maar ’t gaat voorbij, voorbij
Hoe graag bleef ik daar bij de linde
Maar ’t gaat voorbij, voorbij
Postiljon in de taveerne,
Voedert de rossen in vlucht
Lachende waard komt zich weren,
Reikt mij een glas in de lucht
Blondkopje achter de rozen
Schuift het gordijntje opzij
Mijn hart zou zo graag daar verpozen
Maar ’t gaat voorbij, voorbij
Mijn hart zou zo graag daar verpozen
Maar ’t gaat voorbij, voorbij
Eens snelt voorbij mijn wagen
Duistere schim leidt mijn reis
Klinkende horens versagen
Neven de zweep staat de seis
Vrienden van liefde en leven
Vangt er mijn laatste groet
Hoe graag was ik bij u gebleven
Maar ’t gaat voorbij voorgoed
Hoe graag was ik bij u gebleven
Maar ’t gaat voorbij voorgoed
Bronvermelding
Tekst en muziek: —
Uitgebracht op: —