De historie van het oud Hollandse kinderliedje “Tikke takke tonen”

Het liedje “Tikke takke tonen” werd rond 1870 opgetekend uit de mondelinge overlevering door Jan Goeverneur (1809-1889). Goeverneur, een bekende Nederlandse dichter en kinderboekenschrijver, nam het liedje op in zijn liedboek Kinderdeuntjes en wiegeliedjes (ca. 1870-1880). Hoewel de oorspronkelijke liedschrijver en de exacte datering van het liedje onbekend blijven, biedt de opname door Goeverneur een waardevol inzicht in de historische verspreiding van het lied.

Tikke takke tonen

Cultureel erfgoed

Dankzij zijn werk is dit stukje cultureel erfgoed bewaard gebleven en kunnen we vandaag de dag nog steeds genieten van de melodieën en verhaaltjes die onze voorouders beroerden. Het toont ook aan hoe mondelinge overlevering een cruciale rol speelde in het doorgeven van tradities en hoe belangrijk het is dat mensen zoals Goeverneur deze momenten hebben vastgelegd voor toekomstige generaties.

Songtekst van Tikke Takke tonen

Tikke takke tonen
varkentje in de bomen
paardje in de haver
koetje in de klaver
lammetje in het groene gras
eendje in de waterplas
visje in het netje
kindje, wip, in ’t bedje!

Een liedje uit de oude doos

De oorsprong van “Tikke, takke, tonen” is weliswaar niet exact te traceren, maar het liedje behoort duidelijk tot de categorie van oud-Hollandse kinderliedjes die vaak mondeling werden doorgegeven. Generaties ouders en grootouders zongen het voor hun kleintjes, vaak als een spelletje of slaapliedje. Deze liedjes dienden niet alleen ter vermaak, maar hadden vaak ook een opvoedkundig aspect. Ze hielpen kinderen bij het leren van taal, ritme en zelfs dagelijkse activiteiten.

Een kleurrijke beestenboel

De tekst van het liedje is een vrolijke opsomming van dieren en hun plekken: een varkentje in de bonen, een paardje in de haver, een koetje in de klaver, enzovoort. Het is een levendig beeld van een boerderijleven waar de dieren vrij rondlopen. Deze dieren en hun bezigheden reflecteren een agrarische samenleving, waarin kinderen al van jongs af aan bekend waren met het boerenbedrijf. Zo kregen ze spelenderwijs kennis van de wereld om hen heen.

Een stukje cultuur en geschiedenis

In de 19e en begin 20e eeuw was Nederland een overwegend agrarische samenleving. Kinderliedjes als “Tikke, takke, tonen” weerspiegelen deze achtergrond. Ze bieden een inkijkje in de dagelijkse bezigheden en de harmonie tussen mens en natuur die toen zo vanzelfsprekend was. Het liedje fungeerde misschien ook wel als een vorm van subliminale reclame voor het boerenleven. “Kijk eens hoe gezellig het is op de boerderij, met al die dieren en het groene gras!”

Een versje met vele lagen

Bij een nadere beschouwing valt op dat elk dier in het liedje zijn eigen specifieke plek en activiteit heeft. Dit geeft het liedje een bijna poëtische structuur. Het is alsof elk dier zijn eigen rol speelt in een groter geheel, vergelijkbaar met een orkest waarin elke muzikant zijn eigen instrument bespeelt, maar samen een harmonieus geheel vormt. Misschien is dit wel een mooie metafoor voor de samenleving zoals die toen werd gezien: iedereen had zijn plek en taak, en samen vormden ze een werkende gemeenschap.

liefs marion

Meer informatie

Het verhaal achter “Daar was laatst een meisje loos”
Wat is de ware betekenis van “Altijd is Kortjakje ziek”
Kinderliedjes die niet zo onschuldig zijn

Bronvermelding

Tekst: Marion Middendorp
© afbeelding: Kinderliedjes

lijn basis