Huilende kleuters met bloedende knieën
Bomen met hartjes en namen in gekrast
Kauwgom versteend onder ’t blad van mijn tafel
Slechte rapporten verstopt in de kast
Zeurende moeders met hoofdpijn in ’t weekend
Krassende nagels op ’t bord in de klas
Gillende baby’s met stinkende luiers
Weeral een knoop van mijn gloednieuwe jas
Refrein
Oh, wat gru gru gru gru gruwen we ervan
We willen nie dat ons zoiets nog overkomen kan
We pro pro pro pro protesteren luid
Zo willen we niet verder, dan nog liever achteruit
Zoenen van mannen met prikkende snorren
Harige spinnen ontsnapt uit een pot
Donkere winters met ijskoude tenen
Boeken met, tussen de blaren, groen snot
Witlof met kaassaus of zuurkool en spruitjes
Vissen met graten en vel op mijn bord
Pestende jongens bij ons op de speelplaats
Prikkende truien, mijn broek veel te kort
Refrein
Kletsnatte sokken en propere vloeren
Drollen van honden op straat voor mijn deur
Zweethanden tegen mijn blinkende ramen
Kinderen met een slecht ochtendhumeur
Wespen die prikken in armen en benen
Dicht bij mijn oor zo’n vervelende mug
Niet genoeg zakgeld om snoep te gaan kopen
Jeukende puisten met pus op mijn rug
Refrein
Blaffende honden in ’t bos zonder leiband
Stinkende kaas als beleg op ons brood
Wandelen over een stikdonker kerkhof
Daar heben wij echt een broertje aan dood
’t Jaarlijks bezoek aan die kei-enge tandarts
Liefdesverdriet, want dat doet toch zo’n pijn
Vroeg moeten opstaan terwijl je nog moe bent
Zo zijn we weer bij het laatste refrein
Refrein
Bronvermelding
Tekst en muziek: Karin Jacobs
Uitgebracht op: Op een surfplank naar de maan