Gij Leeuw’rik en gij nachtegaal
Al zingt gij heel verscheiden
Toch hou ik van u beiden
En hoor graag naar uw zoete taal
Wanneer ik dwaal
Door bos en veld en weiden
En naar uw juichen en geklag
Mocht ik wel luist’ren nacht en dag
Gij leeuw’rik stort in mijn gemoed
Een lust en kracht tot leven
Tot werken en tot streven
Wanneer gij juichend d’ eerste gloed
Des morgens groet
Al juub’lend voort blijft zweven
En gij de vreê m’ in ’t harte giet
Zacht kwelend nachtegalenlied
Gij beiden leerdet m’overlang
Al wat de borst doet jagen
Of zuchtend doet vertragen
Dat uit het best zich in de drang
Van zoet gezang
Met juichen en met klagen
En ied’re toon van vreugd en smart
Vindt bron en weerklank in het hart
Bronvermelding
Tekst en muziek: Dr. J.P. Heije en W.F.G. Nicolaï
Uitgebracht op: —