De Paashaas
De paashaas heeft het druk met al die eitjes
Hij heeft er nog wel honderd in zijn mand
Hij werkt zich suf om alles te verstoppen
En reist nu al dagen door het land
Hij brengt ze naar Amsterdam en Laren
Soms ééntje – maar zo af en toe wel tien
Hij zal echt blij zijn als het feest voorbij is
Dan kan hij maandenlang geen ei meer zien
Ergens in een winkel
Daar scharrelt op de grond
Van een etalage
Een piepklein kuikentje rond
Hij pikt tegen de ruiten
En gaat op zoek naar graan
Hij kijkt verbaast naar buiten
Waar heel veel mensen staan
Maar als hij ’t lege eitje ziet
Is hij pas écht verrast
En vraagt zich vol verbazing af
Heb ik dáárin gepast
Bronvermelding
Tekst en muziek: —
Uitgebracht op: —