De kapitein (Tijl Damen)
Songtekst De kapitein (Tijl Damen)
Zeg ken je die zeeman
Van ver hier vandaan
Hij voer met zijn schip
Over de oceaan
Hij was kapitein en
Zijn poot was van hout
Een lap voor zijn oog
En twee tanden van goud
Plots stak er storm op
En voerde hem mee
Hij raakte de weg kwijt
En zwalkte op zee
Hij reefde de zeilen
Hij ging overstag
Totdat hij opeens in een
Haventje lag
Refrein
Kapitein met je houten poot
Stamp, stamp, stamp
Kapitein met je oude boot
Alle hens aan dek!
Kapitein met gouden tanden en
Een lapje voor je oog
Kapitein zijn doe je zo: ‘Hawr!’
Hij sprong toen aan wal
En hij riep reuzenwoest
Dat iedere landrot snel
Wegwezen moest
Ik ben een kaper
Een zeerot, piraat
Ik rijg iedereen aan mijn
Messcherpe zwaard!
En hij liep langs de haven
En al waar hij kwam
Gingen mensen opzij
Uit de weg, aan de kant
Ze vluchtten naar binnen
Deden alles op slot
De zeerover lachte
Hij glom van genot
Refrein
Hij kwam bij de school
Waar ook Truusje op zat
En jongens wat een pienter
Meisje was dat
Ze liep zonder angst
Op de zeerover af
En weet je wat zij toen
Aan die kaper gaf?
Zij gaf hem een zoentje
Op zijn linkerwang
En vroeg heel beleefd
Of hij theedrinken kwam
De zeerover was zo
Beduusd dat hij zei:
‘Doet u mij maar één kopje
Met een koekje erbij’
Refrein
Nu woont die piraat
In dat dorp aan de zee
En elke dag gaat hij met
Truusje lief mee
Hij gaat dan naar schooltje
En leert drie keer vier
Hij leert poppetjes tekenen
Op een papier
Maar soms staat hij op
Met een ochtendhumeur
Dan stampt en dan vloekt hij
En slaat met de deur
Dan is hij zo boos
Weet hij niet wat te doen
Maar dan geneest Truusje
Hem snel met een zoen
Refrein
Extra informatie
Meer songteksten van Tijl Damen
De leukste clips van Tijl Damen
Bronvermelding
Tekst en muziek: Tijl Damen
Uitgebracht op: —
Bron: www.tijldamen.nl