Het dansende boerinneke

Daar ging een boerinnek’ al door de wei, Tierelier juch-hei, tierelier juch-hei. Het regende wat en de klei was glad, Tierelier, de klei was glad ! Ze droeg een mand met eieren aan haar hand En zong en sprong van plezier! Tierelier ! …. tierelier !…. Ze zwaaide de mand

Lees meer

Het breistertje

Klein Trieneke die breit er maar Die breit maar altijd door De pennen gaan van rikketik Waar is het toch wel voor Ei,Trieneke, als ik goed zie ‘k Geloof, ik weet voor wie Ei, Trieneke, als ik goed zie ‘k Geloof, ik weet voor wie Want vlak voor Trienes voeten

Lees meer

Het beddegaansklokje

Het beddegaansklokje, dat klept er: kling-klang, kling-klang, kling-klang Komt kindertjes, komt je moest slapen allang, allang, allang ’t Is tijd hoor, je Moedertje wacht Naar bed nu, naar bed ! Goeden nacht Goênacht, goênacht, goênacht Het beddegaansklokje, dat klept er: kliong-klang, kling-klang, kliong-klang De bloempjes en vogeltjes slapen allang, allang,

Lees meer

Het Angelus

Het Angelus klept in de verte In tonen zo zuiver en hel De grootmoeder knielt op de drempel De kinderen zij staken hun spel. Grootmoeder bidt: Onze Vader De kinderen zeggen ’t haar na Een zonnestraal glijdt door het loover Een glimlach, een glimlach van ’s Heeren gena Zij bidt

Lees meer
1 295 296 297 298 299 415