De brandweerman

Tètu, tètu tètu, tètu ètu, tètu tètu, tètu ètu, tètu tètu, tètu Mensen ga opzij Ik ben Jan de brandweerman Ik moet er even bij Ik ga een brandje blussen Dat doe ik met een spuit Pssj, pssj, pssj Nu is het vuurtje uit Tètu, tètu tètu, tètu ètu, tètu

Lees meer

De bloempjes gingen slapen

De bloempjes gingen slapen Zij waren geurens moe Zij knikten met hun kopjes Mij een welterusten toe Zacht ritselt gindse lindeboom En lispt als in de droom Goeden nacht, goeden nacht Mijn kindje goeden nacht De vogels zongen vrolijk Door ’t zonnetje gekust Nu vouwen zijn hun vleugels Begeven zich

Lees meer
1 334 335 336 337 338 383