Mijn Bello kreeg een ongeluk
en daardoor ging zijn bekken stuk.
We hebben alles geprobeerd,
hij is ook nog geopereerd.
Maar Bello werd niet meer gezond,
hij bleef maar tobben met die wond.
Hij at niet, tot de dokter zei:
Het gaat niet meer, het is voorbij.
En nu zie ik hem nooit weer,
ik voel zijn natte neus en lebbertong niet meer.
Ik lig nu eenzaam in het gras
en stoei wat met de bal die eerst van Bello was.
Ik zeg: Bello, geef een poot.
o Bello, waarom ben je dood?
Je weet toch dat ik je mis?
Ik Hoop dat er een hondenhemel is.
Ik zie een lege mand,
een hondenriem en kijk, daar ligt de krant,
die bracht je kwispelend en blij,
je bent niet meer bij mij.
Ben je nu in de hemel?
In de hemel voor honden?
Heb je daar in de wolken
soms weer een baasje gevonden?
Is het leuk in die hemel?
Kun je er blaffen en zweven?
Ben je daar vrij als een vogel
kun jij weer een pootje geven?
Ik hoop het maar
Bronvermelding
Tekst en muziek: Borsten en Wever
Uitgebracht op: Trapperdetrap 2