Beestenboel (Tijl Damen)
Songtekst Beestenboel (Tijl Damen)
Een domme dromedaris
Sjokte eens door de woestijn
Hij liep daar wat te dromen
In de warme zonneschijn
Te laat zag hij de afgrond
Het was zijn eigen schuld
Hij stortte in de diepte
En viel zichzelf een bult
Die domme dromedaris
Zei: ‘Dat scheelde echt niet veel!
Maar alles heeft een voordeel
Voortaan ben ik kameel!’
Een pad met dertien wratten
Kroop eens langs de autoweg
Toen zat daar een mugje
Wat een lekker hapje zeg!
De pad liep hup de weg op
En keek niet om zich heen
Te laat zag hij de auto
Die reed dwars over hem heen
‘Geen nood’, zei toen dat
beestje
Ik was toch al een pad
En wie hoort het verschil nu als
ik zeg:
Dag, ik ben een plat?
Een schimmel was aan ’t trainen
Door de wei in volle draf
Helaas was hij vergeten
Hoe vol plassen het daar lag
Het paard begon te zwieren
Hij struikelde, gleed uit
De modder hing in slierten
In zijn haren, op zijn huid
Toen de schimmel weer t’rug rechtstond
Bekeek hij zichzelf en ja
Er was geen paard meer over
Maar enkel nog een zebra
Dus wie je dan ook denkt te zijn
’t Maakt eigenlijk geen verschil
Zolang je maar onthoudt
Dat je zijn kunt wie je wilt
Extra informatie
Meer songteksten van Tijl Damen
Meer leuke dierenliedjes
Bronvermelding
Tekst en muziek: Tijl Damen
Uitgebracht op: —
Bron: www.tijldamen.nl